De Weg van de Huid – Deel 1: Huiden verkrijgen, zouten en fleshen
Door Thijmen Apswoude – Living by Nature
Er zijn weinig handelingen die ons zo dicht bij het leven brengen als werken met een huid. En tegelijk: weinig die ons zo direct confronteren met de dood. Een huid is niet zomaar materiaal. Ze is overblijfsel van leven – warm geweest, beweeglijk, levendig. En nu ligt ze in je handen. Koud. Stil. Maar nog vol potentie. Buckskin tannen is geen hobby. Het is een pad. En zoals elk pad begint het bij het eerste contact. Niet met leer, maar met huid. Niet met de afwerking, maar met het begin: het verkrijgen van een huid, haar bewaren door zouten, en haar voorbereiden door te fleshen.
1. Huiden verkrijgen – relatie voor materiaal
De reis begint niet in een winkel. Ze begint met een gesprek. Met een mens. Een jager. Een slager. Iemand die dagelijks werkt met dieren, vaak zonder daar nog vragen bij te stellen. In veel gevallen worden huiden als afval behandeld: verbrand, begraven, of weggegooid. Niet omdat ze waardeloos zijn, maar omdat de verbinding met hun waarde verloren is gegaan.
Maar zodra jij komt met een andere houding – met aandacht, respect, en de wens om iets terug te geven aan het dier – gebeurt er iets. Oprechte interesse. Verwondering zelfs. De deur naar ambacht en betekenis gaat open.
Waar kun je huiden vandaan halen?
- Jagers – vooral via kleinwildverenigingen of lokale netwerken. Denk aan ree, damhert, edelhert.
- Slagers en boeren – geit, schaap of rund. Vaak betaal je alleen het slachtloon.
- Boswachters of natuurliefhebbers – in sommige gevallen wordt een dood dier gevonden in het veld. Vraag altijd toestemming voor gebruik.
- Living by Nature – wij leveren (afhankelijk van het seizoen) huiden van bekende herkomst, vers of ingevroren. Neem contact met ons op als je ermee wilt leren werken.
Vraag naar versheid. Vraag of invriezen mogelijk is. Vraag of je bij het villen mag zijn. Niet omdat dat moet – maar omdat het je iets leert. Over het dier. Over structuur. Over respect.
2. Zouten – de tijd stilzetten
Zodra de huid van het dier is gehaald, begint de klok te tikken. De huid is warm, vochtig, en vol leven – en daardoor ook kwetsbaar voor bacteriën. Binnen enkele uren kan rotting optreden. En dus is er een tussenstap nodig: een manier om de tijd stil te zetten. Zouten is die stap. Je legt de huid als het ware in een diepe slaap. Niet voor altijd – maar tot jij klaar bent om haar te wekken.
Wat heb je nodig?
- Grof zeezout – zonder jodium of toevoegingen.
- Een schone ondergrond – plastic zeil, houten tafel, of een stevige bak.
- Een plek waar vocht weg kan lopen – vocht = verval.
Hoe werkt het?
- Leg de huid open, met de vleeskant naar boven.
- Strooi royaal zout over de hele binnenkant – ook langs randen, kop, staartbasis.
- Wrijf het zout zachtjes in, zodat het overal contact maakt.
- Laat de huid uitlekken op een hellend vlak of in een lekbak.
- Na 1–2 dagen: ververs het zout. Nat zout werkt niet meer.
- Na 3–7 dagen is de huid droog, stijf en klaar om bewaard te worden.
Je kunt de huid daarna oprollen of ophangen op een droge plek. Zo blijft ze weken tot maanden bruikbaar. Maar onthoud: zouten is geen eindstation. Het is alleen een wachtruimte. De huid is nog niet leer. Nog niet zacht. Nog niet getransformeerd.









3. Fleshen – de binnenkant vrijmaken
Als je klaar bent om met de huid te gaan werken, is de eerste echte handeling: fleshen. Fleshen betekent het verwijderen van vleesresten, vet, vliezen en bindweefsel aan de binnenkant van de huid. Het is fysieke arbeid. Je staat krom over een beam, je zweet, je vloekt misschien. Maar als je het goed doet, komt er rust in. Ritme. Een gevoel van contact. Niet alleen met het dier, maar ook met jezelf.
Wat heb je nodig?
- Een fleshbeam – een schuine paal of PVC buis waarop de huid ligt.
- Een fleshing knife – een bot, gebogen mes waarmee je kunt duwen en schrapen zonder te snijden.
Hoe werkt het?
- Leg de huid met de vleeskant naar boven op de beam.
- Werk van boven naar beneden in stevige, gecontroleerde halen.
- Verwijder alle loszittende resten – niets mag achterblijven.
- Let op dunne plekken – te hard drukken betekent gaten maken.
Dit werk is niet spectaculair. Geen mooie rook, geen geur van hersenresten of vuur. Maar het is essentieel. Alles wat je nu laat zitten, gaat later rotten of belemmert het tanproces.
Fleshen is een oefening in aandacht. Je leert voelen. Je leert kijken. Je leert luisteren naar een huid – naar waar ze taai is, waar ze kwetsbaar is, waar ze iets van jou vraagt.
Tot slot – een begin, geen einde
Dit eerste deel is misschien het meest basale – maar ook het meest bepalend. Hoe je met de huid begint, zet de toon voor alles wat daarna komt. In zouten en fleshen zit niet alleen techniek, maar ook houding. Oprechtheid. Respect. En die houding – dát is waar het bij buckskin tannen om draait.
In Deel 2 gaan we verder: de huid wassen, weken in loog (bucken), en het grainen – het verwijderen van haar, opperhuid en membraan. Dáár begint de echte transformatie van huid naar leer. Maar zonder de basis die je hier hebt gelegd, is niets daarvan mogelijk.
Blijf dicht bij de huid. En nog dichter bij je intentie.
– Thijmen
Oprichter Living by Nature